Japanse Roos/ Camelia japonica
Camellia japonica wordt in het Nederlands Camelia of Japanse Roos genoemd. Camellia japonica is een groenblijvende plant, met mooi donkergroen glanzend blad en prachtige bloemen in de kleuren wit, roze of rood Een wintergroene plant. De bloemen hebben wel iets weg van rozen maar deze tuinplant is van een heel andere soort. Een heester. De van oorsprong bosheester is voldoende winterhard en bloeit lang en uitbundig. De bladeren zijn het hele jaar groen, en zijn glanzend donkergroen leerachtig
- Hoogte/grootte: Deze heester kan drie tot acht meter hoog worden en anderhalve meter breed.
- Bloei: februari tot in mei, uitbundig met rode, roze of witte bloemen.
- Onderhoud: Vocht is belangrijk voor een goede groei van deze plant. Geef het hele jaar door in droge perioden het liefst regenwater aan de plant. Regenwater is zachter dan kraanwater en daardoor meer geschikt. De Japanse roos mag niet uitdrogen maar ook weer niet te nat staan. Bemesten, de plant houdt van een ijzerhoudende grond. IJzersulfaat, oude stalmest en kaliumrijke meststof worden daarom ook gewaardeerd door deze plant. Over het algemeen heeft de plant weinig mest nodig. Teveel mest doet de plant vooral blad produceren en maar weinig bloemen.
- Standplaats: Een beschutte plek in de tuin met halfschaduw. Zorg ervoor dat de Japanse roos niet in de vroege ochtendzon staat. Een goed vocht doorlatende grond. Verbeter de aarde met tuinaarde, humus, kaliumrijke meststof en eventueel zand. De plant houdt van een lichtzure, ijzerrijke grond. Meng eventueel wat roestige spijkers door de aarde.
- Onderhoud: snoeien na de bloei, maar alleen als de plant te groot wordt. Anders hoeft deze plant niet gesnoeid worden.
- Vermeerdering: Een camelia kan worden gestekt, afgelegd of geënt. Stekken kan vanaf het vroege voorjaar tot aan het begin van de herfst. Neem kopstekken en plant die in een voedzame, licht zure potgrond. De beste resultaten worden verkregen in een kas of onverwarmde bak. Najaarsstek wordt gemaakt van tien centimeter lange, verhoute stengels. Plant deze stekken in verwarmde grond in een kas of verwarmde bak. In de zomer kunnen scheuten worden afgelegd.
Problemen oplossen:
- Gele bladeren: duidt op ijzergebrek. Voeg oude stalmest toe en kaliumrijke meststof en ijzersulfaat.
- Bruine bladeren: duidt op een te veel aan mest. Geef een periode geen mest meer
- Aangetaste bloemknoppen: zorg ervoor dat de plant niet in de vroege ochtendzon staat en dek de plant af als het vriest.
- Zwarte bladeren: oorzaak een luizen soort. Poets met een lauwwarme doek de zwarte aanslag van de bladeren.
- Weinig bloemen: Jonge planten moeten zicht eerst goed settelen voordat ze uitbundig gaan bloeien, oudere planten met weinig bloemen hebben mogelijk teveel mest gekregen.
- Verschrompelde bladeren, verdroogde knoppen: een te kort aan water. Geef regelmatig water.